Gezichtsveldonderzoek

INLEIDING

Er is een verschil tussen het gezichtsveld en de gezichtsscherpte.

Het centrale zicht bepaalt de gezichtscherpte (de visus).  Het gezichtsveld is het zijzicht dat wordt waargenomen als het oog naar één bepaald punt kijkt. Het gezichtsveld wordt uitgedrukt in graden.

In het centrum van het netvlies, namelijk de fovea is de gevoeligheid erg hoog. Hier zijn er alleen maar kegeltjes welke verantwoordelijk zijn voor de zichtscherpte en het kleurenzien. Alleen het punt waarop men fixeert wordt scherp gezien. Naarmate de hoek tussen deze voorwerpen en het fixeerpunt groter wordt worden voorwerpen minder scherper waargenomen

Het perifere netvlies is de minder gevoelige laag en bevat voornamelijk staafjes en bijna geen kegeltjes.  Met het perifere netvlies kan men geen dan ook geen details zien, maar men kan wel zien dat er iets is.  Van grotere en fel gekleurde oppervlakken kan de kleur worden waargenomen, maar van kleine zacht gekleurde objecten niet.

Kenmerkend voor de periferie is dat bewegende objecten beter worden waargenomen dan stilstaande.  Hiervan maakt men bijvoorbeeld veel gebruik in het verkeer.

Tevens kan het centrale gezichtsveld nader worden onderzocht met de Amsler-test.

Een gezichtsvelduitval wordt een 'scotoom' genoemd.

Er zijn twee soorten scotomen:

- Bij een absoluut scotoom ontbreekt het totale beeld op dat stukje netvlies.

- Bij een relatief scotoom is sprake van een gedeeltelijke uitval omdat niet alle cellen op dat stukje netvlies uitgevallen zijn. Hierdoor ontstaat een beeld te vergelijken met het beeld dat men ziet als men door een vergiet kijkt.

De blinde vlek is een voorbeeld van een absoluut scotoom. Deze ontstaat omdat op de plaats waar de zenuwvezels het oog verlaten en overgaan in de oogzenuw er zich geen zenuwcellen bevinden. We hebben daar geen hinder van doordat de hersenen de ontbrekende informatie 'invullen'.

Hetzelfde gebeurt bij beperkte gezichtsvelduitvallen die ontstaan ten gevolge van een traag evoluerende oogaandoening (zoals glaucoom).  Pas als het defect groot wordt of niet meer gecompenseerd wordt door het andere oog verschijnt het scotoom.

INDICATIE 

Aan de hand van het gezichtsveld kan de oogarts de juiste diagnose stellen, de evolutie van een ziekte volgen of het effect van een behandeling volgen.

Iemand die 100% scherp ziet kan toch gezichtsveldafwijkingen hebben. Vaak ontstaan deze afwijkingen heel geleidelijk en merkt U deze zelf niet op.

Het gezichtsveldonderzoek ontworpen om na te kijken of uw gezichtsveld intact is. Enkele belangrijke aandoeningen die het gezichtsveld aantasten zijn glaucoom, hersentumoren, ontstekingen van de oogzenuw... 

HOE VERLOOPT DIT ONDERZOEK?

Het gezichtsveldonderzoek wordt gedaan door de oogartsassistent .

Het onderzoek vindt plaats in een half verduisterde kamer en duurt ongeveer 5 minuten per oog. Ieder oog wordt apart getest. Daarom wordt één van de ogen wordt afgedekt. De kin rust op een kinnebakje en het voorhoofd steunt tegen een band, zodat het hoofd goed stil is.

Het gezichtsveld kan alleen goed onderzocht worden als u naar één punt in het midden van een halve bol: dit is niet voor iedereen even gemakkelijk. U mag de lichtjes dus niet gaan opzoeken.

Zodra u een ander dan het centrale lichtje waarneemt drukt u op de knop. De lichtjes variëren in grootte en lichtsterkte en ze verschijnen willekeurig op een andere plaats.

De test is vermoeiend en u moet zich goed moet concentreren. Als U even wil pauzeren kan U dat aangeven.

Soms mislukt de test en is een herhaling noodzakelijk. Soms wordt hiervoor een nieuwe afspraak gemaakt. Afhankelijk van de ernst van de ziekte wordt het onderzoek 1 tot 4 maal per jaar herhaald.

SOORTEN VAN GEZICHTSVELDONDERZOEK 

Gezichtsveldonderzoek volgens Goldmann (Kinetisch onderzoek)

Bij dit onderzoek bewegen de et lichtobjecten. Vandaar de naam kinetisch. Ook de grootte en de lichtsterkte van de lichtpunten veranderen. De lichtpunten komen meestal van de buitenrand naar het centrum van het gezichtsveld. Telkens de patiënt het lichtpuntje ziet drukt hij op een knop. Op die manier wordt het gehele gezichtsveld in kaart gebracht.

 

 

Gezichtsveldonderzoek dmv  de Humphrey Field Analyzer (statisch onderzoek)

De statische automatische meting met de Humphrey Field Analyzer is de meest gebruikte en moderne methode voor het gezichtsveldonderzoek en wordt vooral gebruikt bij glaucoom en neurologische aandoeningen.

Het hier om niet bewegende lichtobjecten. De lichtobjecten verschijnen op een bepaalde plaats (vandaar de naam statisch) en varieren in intensiteit en grootte. De computer bepaalt ogenschijnlijk willekeurig de plaats en de volgorde en intensiteit van de lichtpunten. De computer controleert tevens of U wel goed rechtdoor kijkt, of U niet zomaar willekeurig antwoorden geeft...

Met deze computergestuurde perimeter kan men heel vroegtijdig scotomen opsporen.

Met een bijkomende speciale software (Peridata) worden de gegevens statistisch verwerkt en kan men de evolutie van het gezichtsveld nauwkeurig volgen.

Het nadeel van het gezichtsveldonderzoek is dat de oogzenuw 40% reserve heeft. Er er moeten dus 40% van de zenuwvezels verdwenen zijn vooraleer gezichtsvelddefecten optreden!  

Deze reserve kunnen we gedeeltelijk opvangen door het grondig evalueren en vergelijken van het uitzicht van de oogzenuw door jaarlijks opeenvolgende foto's en het meten van de dikte van de zenuwvezellaag doormiddel van de OCT (Optical Coherence Tomography)

  • Dr. LF. Liesenborghs
  • Sint-Jansstraat 4
  • Residentie Park Leopold
  • 3800 Sint-Truiden
  • T. 011 69 42 70
  • F. 011 69 42 60
  • Stuur mij een e-mail
  •  
  • site by webdesign yappa