Risicofactoren
De kans op een scheur in het netvlies na een achterste glasvochtloslating bedraagt 6-10%
De helft van de getroffen mensen behoort tot één of meer van volgende groepen:
- mensen met hoge bijziendheid (-8 of hoger): 1 tot 6 % van de hoog myopen tegen 0,018% van de gehele populatie.
- mensen die reeds een ingreep ondergingen voor staar (cataract): Na een cataractinterventie is het risico op een netvliesloslating ongeveer 5x groter in vergelijking met de normale populatie. Het risico is hoger als je hoog myoop (bijziend), mannelijk en jong bent, bij aanwezigheid van perifere degeneratieve netvliesletsels of een voorgeschiedenis van een netvliesscheur of netvliesloslating en bij een kapselscheur bij de cataractingreep
- mensen met in het verleden een ernstig oogtrauma
- mensen met een netvliesloslating in het andere oog: de kans op een netvliesloslating in het andere oog 11-13% en dit gebeurt in 70% van de gevallen op binnen de 5 jaar.
- mensen met een familiale aanleg
- leeftijd en geslacht: een netvliesloslating komt vaker voor bij mannen en is frequentie neemt toe vanaf de leeftijd van 50 jaar, met een piek rond 60 jaar. Na 70-80 jaar neemt de het risico weer af.
